Tweede Kamer: algemeen overleg over het PGB 4 april

Op donderdag 4 april 2019 heeft in de Tweede Kamer een algemeen overleg plaatsgevonden over het persoonsgebonden budget.

Kamerleden hebben aan minister de Jonge (VWS) vragen gesteld over het Pgb en belangrijke onderwerpen besproken over tarieven en informele zorg.

De minister gaf aan dat het Pgb een mooi instrument is, maar ook ‘kwetsbaar’. Om die reden is de Pgb-agenda opgesteld.

Hieronder staan de belangrijkste punten van dit debat.

Ontoereikende Pgb tarieven

De Pgb-tarieven zijn in veel gevallen ontoereikend om passende zorg in te kunnen kopen. Opmerkelijk is dat de tarieven achterblijven bij tarieven voor zorg in natura. Al jaren zijn de tarieven hetzelfde, terwijl de zorgkosten hoger worden.

De minister heeft toegezegd te zullen reageren op de stukken die door onder andere Per Saldo zijn ingebracht.

Toolkit voor budgethouders

Momenteel wordt er gewerkt aan een helder informatiepakket voor nieuwe budgethouders. Daarnaast zal voorlichting en trainingen van PerSaldo worden gestimuleerd. Zorgvragers moeten een eerlijke kans krijgen om ‘geschikt gemaakt te worden’ voor het beheren van een Pgb.

Pgb-ontmoedigingsbeleid van gemeenten

Er zijn gemeenten die liever geen persoonsgebonden budget verstrekken. Juist Pgb maakt maatwerkzorg mogelijk voor mensen met een zorgbehoefte. Opmerkelijk is dat in de praktijk budgethouders steeds minder zorg toegekend krijgen en lijken de ‘lage Pgb-tarieven’ een ontmoedigings-effect te hebben om te kiezen voor een persoonsgebonden budget.

Soms krijgen mensen zelfs te horen dat hun gemeente ‘niet aan Pgb doet’. Volgens de minister is dit onwenselijk.

Kortdurende indicaties

Het ‘keer op keer’ moeten bewijzen dat zorg nodig is, is een zware last voor budgethouders. De minister heeft aangegeven dat hij over dit onderwerp in gesprek gaat met gemeenten en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). In het tweede kwartaal van 2019 verwacht de minister hier meer over te kunnen zeggen.

Wooninitiatieventoeslag

De wooninitiatieventoeslag, die binnen de Wlz in het Pgb wordt verstrekt, zou ook beschikbaar moeten komen voor mensen met een Pgb van de gemeente (Wmo). Omdat, vanwege gemeentelijke beleidsvrijheid, het aan gemeenten is om de Wooninitiatieventoeslag toe te passen, gaat de minister hierover in gesprek met de vereniging Nederlandse gemeenten (VNG)

Vergoeding informele zorg

De minister is ook ingegaan op de nieuwe regeling ‘Vergoeding aan hulpverleners uit sociaal netwerk’ die per 1 mei 2019 ingaat voor de gemeenten (Wmo en Jeugdwet). Deze financiële tegemoetkoming geeft de budgethouder de mogelijkheid een symbolisch bedrag te betalen aan de informele zorgverlener.

Er zijn signalen dat het minimum loon, voor informele zorg, steeds vaker als ‘maximum’ wordt gebruikt bij gemeenten. De minister bestempelde dit als ‘wrang’ en is van mening dat bij de zorg van informele zorgverleners, tenminste van het minimum loon uit gegaan dient te worden. Hij gaat dit signaal verder onderzoeken.

Tot zover deze korte samenvatting van dit debat.